Zalmforel op groentebedje

Snijd 1 ui, het wit van 1 prei, 100 g winterwortel, 4 stengels bleekselderij en 150 g koolrabi in dunne reepjes van ca. 5 cm (julienne). Bedek hiermee de bodem van een wijde pan. Leg er 1 kg schoongemaakte zalmforel op. Verdeel er 4 takjes peterselie en 1 takje tijm over en bestrooi alles met zout en peper. Giet er 2½ dl droge witte wijn en 1½ dl water over. Pocheer de vis op een matig vuur in ca. 15 minuten gaar. Schep de vis voorzichtig op een plank. Zeef het pocheervocht en laat de groente uitlekken.
Schep de groente, zonder peterselie en tijm, op een schaal en houd deze warm op een pan met warm water. Kook het pocheervocht in tot de helft overblijft. Meng er 1/8 liter slagroom door. Laat deze saus onder af en toe roeren, nog iets inkoken. Meng voor een beurre manie 20 g margarine en 20 g bloem tot een balletje. Voeg al roerende hiervan zoveel toe aan de saus tot deze de gewenste dikte heeft.

Verwijder intussen het vel van de vis, behalve van kop en staart, en leg de vis op het groentebedje. Verdeel 25 g koude margarine in klontjes en klop deze, van het vuur af, een voor een door de saus. Giet iets van de saus over de vis en serveer de rest apart.